- Zet kaarsen in een stevige houder op een vlakke ondergrond.
- Gebruik geen kaarsenhouders van plastic, hout of andere
makkelijk brandbare materialen.
- Houd brandende kaarsen zover mogelijk weg van gordijnen en
van andere makkelijk brandbare dingen, zoals (papieren)
versieringen. Let ook op met kleding. Een brandbare
ochtendjas die langs een kaars fladdert, is levensgevaarlijk!
Zet daarom kaarsen nooit op lage tafeltjes, waar iedereen
langs loopt. Hoe hoger hoe beter, zijn ze ook goed in het
zicht en meteen buiten bereik van de kleinkinderen.
- Steek geen kaarsjes aan die in kerststukjes staan.
- Plaats kaarsen niet in de buurt van een warmtebron, zoals de
verwarming of haard. Kaarsen worden dan week, buigen en
vallen om.
- Laat kleine kinderen nooit alleen met brandende kaarsen.
Ook niet een paar "secondjes" om snel even naar de keuken te
lopen. "Ik dacht, dat kan wel eventjes" is de meest voorkomende
gedachtenfout die achteraf wordt gehoord.
- Houd uw kleinkinderen en huisdieren altijd uit de buurt van
brandende kaarsen. |